In Israël herdenken we vandaag de Verzoendag als een Sabbatdag, waarop het hele land het werk neerlegt en de wegen autovrij zijn en gesloten voor reizen. Deze dag heeft zo'n grote culturele invloed dat zelfs seculiere Joden de tradities in ere houden van wat wordt beschouwd als de heiligste dag van de Hebreeuwse kalender.
Joden kleden zich in het wit en komen samen voor een laatste maaltijd ('se'uda mafseket' genoemd) voordat ze vasten van eten en drinken vanaf zonsondergang op de vooravond van Jom Kippoer, tot de zonsondergang de dag erna. Terwijl we ons voorbereiden op deze sombere dag, bidden we speciale gebeden van berouw in de synagoge en de Klaagmuur, smeken om vergeving en belijden onze zonden.
Sinds de tijd van Mozes maakte God een manier voor de mensen om met Hem verzoend te worden door het offeren van dieren, totdat er bloed werd geofferd dat krachtiger was dan dat van stieren of geiten, maar dat moest nog geopenbaard worden.
Het bloed van stieren en bokken
In het Oude Testament, in het boek Leviticus, lezen we hoe God - via Mozes - het volk opdraagt om een dag apart te zetten waarop ze moeten vasten en zondoffers moeten brengen om zich voor Hem te reinigen:
‘Alleen op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag. U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag, om voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verzoening voor u te doen.’ - Leviticus 23:27-28
Verzoening is de daad van genoegdoening voor een overtreding of verwonding; in het geval van het volk Israël offerde de hogepriester eerst een zondoffer voor zichzelf en zijn familie:
‘Aäron zal de stier offeren als zondoffer, dat voor hemzelf is, en verzoening doen voor hemzelf en voor zijn huis. Hij zal de twee bokken nemen en ze voor de Heer presenteren bij de deur van de tabernakel van samenkomst. Dan zal Aäron loten werpen over de twee bokken: het ene lot voor de Heer en het andere lot voor de weggaande bok. En Aäron zal de bok brengen waarop het lot van de Heer viel, en die als zondoffer bereiden. Maar de bok waarop het lot is gevallen om weggaande bok te zijn, zal hij levend voor de Heer plaatsen, om er verzoening mee te doen en hem als weggaande zondebok de woestijn in te sturen.’ - Leviticus 16:6-10
Nadat hij en zijn familie zich hadden gereinigd, offerde de hogepriester een tweede zondoffer namens het volk - het bloed van een bok:
‘Daarna moet hij de bok slachten die als zondoffer voor het volk bestemd is, en zijn bloed binnen het voorhangsel brengen. Hij moet met zijn bloed doen zoals hij met het bloed van de jonge stier gedaan heeft, en dat op het verzoendeksel en vóór het verzoendeksel sprenkelen. Zo moet hij over het heiligdom verzoening doen vanwege de onreinheden van de Israëlieten en vanwege hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden. Zo moet hij ook doen met de tent van ontmoeting, die bij hen staat, te midden van hun onreinheden.’ - Leviticus 16:15-16
Echt berouw en bekering
Omdat er tegenwoordig geen tempel en geen dierenoffers meer zijn, hebben Joden andere manieren gevonden om boete te doen voor hun zonden.
Tijdens de tien dagen tussen Jom Teroea (ook bekend als Rosj Hasjana) en de Verzoendag gaan duizenden Joden naar Jeruzalem, bidden bij de Westelijke Muur en smeken God om genade terwijl ze de originele tempelstenen aanraken.
Een andere traditie is om een kip rondjes te laten draaien om het hoofd van de zondaar en zijn zonden over te dragen op het dier - een proces dat 'kaparot' wordt genoemd, wat verzoenen betekent. De kip wordt dan geslacht en aan de armen gegeven.
Veel mensen geven liefdadigheid als geldoffer; mannen dompelen zich onder in de Mikveh om zich te zuiveren, en anderen bidden bij de 'graven van de rechtvaardigen', omdat ze geloven dat hoe dichter ze bij grote geloofsfiguren zijn, hoe groter de kans is dat God hen verhoort.
Joden die vandaag de dag in Israël wonen, vinden het heel belangrijk om de geboden van Jom Kippoer na te leven en verlangen met heel hun hart naar Gods vergeving.
Toch zijn de ogen van veel van de Joodse mensen gesluierd, niet in staat om te zien dat er maar één manier is waarop ze werkelijk met God verzoend kunnen worden en dat is door het verzoenende bloed van Jesjoea, hun Messias.
De zondebok en de rol van de hogepriester waren een schaduwbeeld, een voorloper van Jesjoea. Want Hij is de zondebok, die de zonden van de wereld op Zich neemt (2 Korintiërs 5:21), en de hogepriester (Hebreeën 4:14-16) die in de leemte stond namens het volk.
Alleen door de openbaring van de reddende kracht van Jesjoea kan iedereen vergeving van zonden ervaren.
Jesjoea - Koning van ons hart
Vergeving is een kostbaar geschenk dat gevangenen bevrijdt van onderdrukking, harten verzoent en gebrokenen geneest.
Jesjoea verklaarde dat Hij de ‘weg, de waarheid en het leven’ is (Johannes 14:6) en dat niemand tot de Vader komt dan door Hem.
De zonde heeft geheerst in de harten van de mens sinds Adam voor het eerst zondigde in de hof van Eden. Maar als we Jesjoea's vergeving ontvangen door Zijn wegen te aanvaarden en de waarheid te ontvangen, kunnen we echt levend worden in Hem en eeuwig leven ontvangen.
Door onze zonden te belijden, gooien we de zonde van de troon van ons hart en kronen we Jesjoea tot Koning van ons leven. Daardoor kan Zijn Heilige Geest ons van binnenuit veranderen - in onze woorden, daden en intenties:
‘En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.’ - Romeinen 12:2
Hoewel vroeger alleen op Jom Kippoer (de Verzoendag) vergeving werd gegeven, sloot Jesjoea, die Zichzelf opofferde om onze zonden voor altijd te verzoenen, eens per jaar een verbond met Joden en niet-Joden in zijn bloed:
‘Dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.’ - Matteüs 26:28
Wij danken God dat Hij Jesjoea stuurde - het Jom Kippoer-offer dat voor iedereen een weg bereidde om bij God in het reine te komen - als onze zondebok, onze hogepriester, onze verlosser en onze k oning Messias.
Laten we op deze Jom Kippoer, terwijl we bidden voor de verzoening van onze zonden voor Zijn verzoendeksel, denken aan onze Joodse broeders en zusters die Jesjoea's gratis geschenk van eeuwige vergeving nog niet hebben ontvangen.
Abba, Elohim - dank U dat U ons Uw Zoon Jesjoea hebt gegeven, wiens bloed onze zonden verzoent. Vergeef mij vandaag mijn wandaden; schep in mij een zuiver hart zodat mijn leven U welgevallig zal zijn. Ik vergeef degenen die tegen mij gezondigd hebben en zegen hen in Uw naam.
Geef me alstublieft de genade om volgens uw heiligheid te leven en open de ogen van Israël om u te zien als hun verlossende Messias.
Amen, en amen!
